Spelletjes: den top

Een van de winterspelen was den dop of top. Gemaakt uit zacht lindehout, voorzien van een ijzeren pin, 
topwerd hij aangedreven met een storekoord.  Aan de koord die niet uitrafelde werd aan het einde eens gelikt en dan op den dop gewikkeld tot aan de bovenste meet. Dan werd de koord die daar een knoop had, tussen de wijs en middenvinger vastgehouden, en met een uitworp op den grond gegooid. De kunst bestond erin deze lang te doen draaien er werd een grote handigheid vereist. Ge kondt bovenarms kappen,  of onderarms wat een verschil gaf aan de draaitijd. Maar bovenarms was gevaarlijker, want als men eens te hard had gelikt, bleef hij soms hangen aan de koord en was dan een gevaar-lijk projectiel. Hoe harder er tegengetrokken werd, des te langer bleef hij draaien, tot hij als een ‘zatte pee’ omviel.
Met een wipje kondt ge uwen dop op uw handpalm laten draaien.
Onderlinge rivaliteit dreef de vaardigheid ten top. Met een speciale punt werd er soms een krijgerspel gespeeld en moest men den anderen zijnen kapot kappen, terwijl hij aan ’t draaien was,  wat soms ook lukte. Tranen als gevolg. Specialisten hadden daarvoor een speciale punt die scherp eindigde.
Maar meestal ging het er vriendschappelijk aan toe en mochten de ruziemakers niet meedoen.

Spelletjes: kasjkasj

KasjkasjEen ander spelleken uit die tijd was ‘kasjkasj’.  Eerst uitleggen hoe het ineen zit. Elk had een stok van zo een halve meter, een dikken duim dik,  van voor en van achter een beetje afgerond en geschild met ons zakmes. De kasj was een stuk stok die langs beide zijden aangescherpt was.  Die werd gelegd met een punt over een klein putje.
Als ge nu op die punt met uwen stok slaat, springt deze omhoog .
En als ge handig waart kondt ge er een lap op geven dat hij meters ver wegvloog. De kunst was nu  zo ver mogelijk te komen, ofwel een zeker doel te treffen.  Er waren ook verschillende varianten. De afstand naar het doel dan werd afgemeten met de stok van een speler.

Spelletjes: P-schieten

Elke jongen had een paar koperen stuivers in zijn zak (dat was geld dat al lang uit de omloop was.). Er werden twee meten getekend met krijt en om de beurt moest elk een aantal stuivers naar de meet schieten (gooien). Op de lijn was prijs, maar ge moest wachten tot op het  laatst want ze konden nog altijd uwen pee wegschieten. Diegene die het meest op de lijn had, was winnaar. Als er gene waren was degene die de dichtste bij de lijn lag de winnaar. En dat werd met een strooitjen gemeten.
Kalleken schieten was daar een andere variant van. Op een stopselhout werden de munten opgezet en met de dikke stuiver werd er naar ge-gooid. Wie de kalle trof en zijn stuiver dichts bij de centen lag had die als prijs. Maar die spelletjes mochten wij thuis niet spelen.

Spelletjes: karrekens koers

zelfgemaakte karretjes

driewielerEen van de meest gewaardeerde vermaken was, met de zelfgemaakte karrekens, koers houden op een van de vele bergskens af. Hoewel we ze een naam van karreken gaven was het heel eenvoudig een planksken met vier geïmproviseerde wieltjes. Van het moment dat het maar reed, zagen we daarin een wagentje. We hadden geluk dat papa nogal eens naar het voddenkot ging. Telkens had hij toch iets mee ofwel voor hem of voor de kinders. Zo heeft hij een keer een helen hoop wieltjes meegebracht. Het waren geleiderwieltjes, die van de ijzeren weg  kwamen, en bij vervanging zo bij de voddenman lagen . Daar kwam zelfs een kapot fietsje vandaan ,dat ,na onder papa’s handen te zijn gepasseerd , er als nieuw uitzag , en ‘t heeft nog jaren meegegaan.
Met die wielkens hebben we veel karrekens gemaakt,  maar voor de planksken daar hebben we veel moeten voor zagen,  tot mama aan papa zei –“ Alé, toe, zaagt daar eens een paar plankskens. Als hij dat gedaan had, heeft hij er dan ook maar de wieltjes aan gevezen. Met een gaatje, voor een koordje, was het een beste speelgoed. Nu konden we onze fantasie laten gaan. Er werd zelf aarde mee vervoerd en stenen, en brrrr was niet uit de lucht,  want de camions moesten veel lawaai maken om vooruit te komen.
Toen we groter waren hebben we er zelfs met drie wielen gemaakt die ge kondt besturen en op zitten als ’t bergaf was.

 

Spelletjes: slakkenkoers

slakkenkoersEen van de aardigste koersen, die we toen gehouden hebben, was de slakkenkoers. Op mama haar wasplank, die aan de achterdeur stond om te drogen, hadden we enkele huisjesslakken onderaan op een rijtje gezet.
Na een poosje kwamen ze, alsof ze afgesproken hadden, uit hun schelp, staken hun tentakels uit en begonnen te kruipen. Natuurlijk wilden ze niet allemaal naar boven, en moesten we hen met een twijgje in de goede richting sturen. Het duurde een hele tijd, tot er dan toch  enige de goede baan op waren, en dan was het van wachten. En roepen werd er gedaan, als er enen niet meer verder wou. En ’t ergst van al was, als ge ze wildet aanporren, ze weer een tijdje goed ineengetrokken bleven zitten. Het heeft een helen namiddag geduurd, voor ze veertig centimeter afgelegd hadden. Deze van onzen Albert heeft het dan gehaald van deze van Lieven. De mijnen is nooit aangekomen;  hij wou altijd weer naar beneden. En leute dat we hadden, en lawaai dat er dan was, als er enen een beetje voorsprong had. ’t Was laat in den avond, als mama haar plank weerkreeg. Papa had er de beestjes moeten afhalen,  want zij kon het niet over haar hart krijgen, ze zo bruut op het gras af te schudden.

 

Spelletjes: verstoppertje

In zo een groten hof was het niet moeilijk u goed te verstoppen. Er waren altijd dikke bomen en struiken waar ge achter kondt. Zo is onzen Albert eens tot in de kruin van de dikke linde gekropen. En hij was niet te vinden, tot hij zich zelf verraden had door te roepen.
Als we wat beweging nodig hadden speelden we ook verstoppertje in huis.  En dan gingen de kleerkasten open en werd er onder de tafel gekropen en achter de gordijnen tot ze zich zelf verraadden met hun gegiechel.

 

Spelletjes: boogschieten

boogschietenGoede houtsoorten voor een boog hadden we in de tuin voldoende staan. Met de snoeischaar werd dan een geschikte tak afgeknipt en van zijn schors ontdaan. In een baksken in het waskot staken altijd verschillende soorten koorden. Na zoeken, vonden we wel één, die lang genoeg was. Eerst werd er één kant goed geknoopt, zó, dat de koord niet meer kon verschuiven, en dan, voor de rest moesten we minstens met twee zijn, om dan den boog te buigen en de koorde sterk vast te knopen. De beste koorden waren de storekoorden (geweven koord), omdat die niet uitrafelden. De pijlen knipten we uit de jonge scheuten van sommige struiken. Maar we moesten eerst aan mama vragen, welke we mochten hebben, want er waren ook bloemen bij. Achteraan de pijl maakten we een inkeping om beter op de koord te houden en we konden beginnen.  Op de dikke linde werd er dan een roos  getekend met krijt. en op het baantje werd een meet gemaakt. De eerste schoten volgden, en er waren er, die soms eens raak schoten. Maar hoe straffer de boog gespannen was, hoe verder hij schoot. Na zo een voormiddag schieten, waren we het al beu, en volgde er wat geruzie. Het gevolg was dat alle bogen in beslag werden genomen en in de serre belandden. Gedaan voor vandaag.

 

Spelletjes: tractoren maken

tractoren makenAls mama aan de naai was, geraakte er soms een bobijntje garen leeg. Daar was het telkens geruzie over, wie het zou krijgen. Dat was een speelstuk in wording. Met ons zakmes, (we waren toen al wat groter) maakten we er op den omtrek inkepingen in. Door het gaatje staken we een elastieksken dat we aan den énen kant vastmaakten, en aan den anderen kant staken we een lange nagel.
Dan was het opwinden tot de rekker tegenwerkte. De tractor werd dan op de grond gezet en hij kroop weg. Hoe meer hij opgewonden was, des te verder rolde hij dan. Als het een goede was werden er dan ook kleine karretjes aan gehangen met een stuk ijzerdraad over de verdunning. Nu werd overal gezocht naar nog bobijnen en bij de tanten werd er in alle laden geschoffiert op zoek naar grote tuiten, hoewel de kleine veel rapper bolden.
Als er dan toch een paar waren bij gekomen, werden dan ook koersen ingericht, en buiten het baantje dat licht bergop liep ,was een ideale racebaan.

 

Spelletjes: de mik

De mikEen van de spelletjes, die nu verboden zijn, was de mik. In sommige struiken vonden we wel eens een mik. Als die de geschikte vormen had, werd die met de snoeischaar gesneden, en  alle schors werd verwijderd. Een sterke elastiek werd aan beide toppen stevig vastgemaakt en in het midden werd een stukje leder gevouwen en vastgemaakt. Dan werd een stukje papier gevouwen, en op het leertje gelegd, samen werd dit naar achter getrokken en na mikken losgelaten. De rekker ontspande en joeg het papierballetje recht vooruit.
Terug werd er een roos voorzien en het spel kon beginnen. Het bestond ook in zakformaat en daarmee werden in de klas dan de papiertjes naar het bord afgevuur