Spelletjes: kleurboeken

KleurboekenEen van de geliefde spullen,  die den brave Sint bracht, waren natuurlijk de kleurboeken met de kleurtjes. Hij had zijn gat nog niet gedraaid, of we waren al bezig. Naar de lijntjes, daar keken we nog niet zo goed naar. Dat is pas later gekomen, toen we bij zuster Himelda zaten. In het begin ging alles goed,  maar die punten braken nogal snel af. De scherpers, uit metaal, deden dan hun werk en met een fijn krulletje hout werd er een nieuwe scherpe punt aangedraaid. Na enige weken krompen de lange kleurtjes tot onnozele stompjes en na veel gezaag kwamen er dan toch nieuwe. Er waren ook andere boekskens bij, waar we de stippellijntjes moesten volgen, maar dat was niet zo leuk, en de cijfertjes konden we eerst nog niet lezen. Die boeken bleven in den bak liggen. De puzzelblokken, dat was maar goed voor een paar dagen, en daarna verhuisden ze naar een hoek in de kast in de grote keuken.

 

Spelletjes: zaagskens

WipzaagjeBlokkendoosjes om huisjes meet te bouwen trokken wel een beetje aandacht. Tot we het beste ontdekten: een tekening die op een stuk triplex gekleefd was. En bij hetzelfde pak stak een wipzaagsken.  Papa heeft een dag opgeofferd om ons een beetje de knepen te leren. Uren hebben we zitten zagen, maar… nu was het werkelijk zagen.
Aanvankelijk hebben we veel zaagskens gebroken,  maar stilaan werden we handiger en de volgende Klaasdag kon de Sint gerust enkele nieuwe plannetjes geven. Maar hij moest er wel genoeg zaagskens bij doen.
Maar ook daar  ging stilaan de nieuwigheid af,  en toen  kwam de eerste meccano binnen. Het was bij ons dan een echt atelier met al die vijskens en moeren. ’t Ergst van al was dat die gaatjes niet altijd stonden waar wij ze wilden. Dat was nu eens echt jongensspeelgoed.

 

Spelletjes: papieren vliegers

De Sint moest niet altijd komen om ons  te inspireren. In de schooltijd werden natuurlijk ook de schoolspelletjes thuis gespeeld. En op het vlakke betegelde koerken vlak voor de keuken werden dan met krijt de speellijnen getekend,  en was het soms weken lang dat er gesprongen werd met of zonder pateel (houten blokje ). Maar als het regende, konden we niet meer buiten en in de keuken werden dan papieren vliegers geplooid.
Papieren vlieger

Er waren wel een paar modellen,  maar de beste waren de eenvoudige. Ze konden van in d’een keuken tot in de anderen vliegen. Het was natuurlijk weer, van wie dat er den besten had, die het verst kon vliegen.

 

Spelletjes: bootje varen

De papieren bootjes dat was dan weer iets voor buiten in de zomer, als het warm was, en mama een bassin met water buiten had gezet.  Maar de papieren bootjes gingen allemaal rap onder. Papieren bootje

Er werden dan maar houten bootjes gemaakt en alles van rond of nabij op een bootje leek was goed. We hebben er zelfs gemaakt met een mast en met een papieren zeil en dan was het van blazen, tot we de anderen kant van den bassin bereikt hadden. Omdat het altijd omviel hebben we dan een tegengewicht gemaakt van een nagel uit papa zijn werkbak.  Met veel, van die zelfgemaakte spelletjes, deden we ervaring op voor het latere leven. We leerden nadenken en zoeken. De ondervinding is de beste leerschool, is een oeroude spreuk.

Bootje varen

 

Spelletjes: Domino

Domino spel

Hoewel Domino op zichzelf een fijn spel is, deden we dat het meest als de tanten daar waren. Er werden net als bij het kaarten andere spelletjes mee gedaan die niet door de ontwikkelaars waren bedoeld. Zo werden de kaarten opgestapeld en om ter hoogste torens mee gemaakt. Maar dan was er toch altijd een die tegen de tafel eens stampte en was er geruzie en veel lawaai.  Ook zo dienden de dominosteentjes om op te stapelen en dan omver te stoten.