Als mama aan de naai was, geraakte er soms een bobijntje garen leeg. Daar was het telkens geruzie over, wie het zou krijgen. Dat was een speelstuk in wording. Met ons zakmes, (we waren toen al wat groter) maakten we er op den omtrek inkepingen in. Door het gaatje staken we een elastieksken dat we aan den énen kant vastmaakten, en aan den anderen kant staken we een lange nagel.
Dan was het opwinden tot de rekker tegenwerkte. De tractor werd dan op de grond gezet en hij kroop weg. Hoe meer hij opgewonden was, des te verder rolde hij dan. Als het een goede was werden er dan ook kleine karretjes aan gehangen met een stuk ijzerdraad over de verdunning. Nu werd overal gezocht naar nog bobijnen en bij de tanten werd er in alle laden geschoffiert op zoek naar grote tuiten, hoewel de kleine veel rapper bolden.
Als er dan toch een paar waren bij gekomen, werden dan ook koersen ingericht, en buiten het baantje dat licht bergop liep ,was een ideale racebaan.
Dan was het opwinden tot de rekker tegenwerkte. De tractor werd dan op de grond gezet en hij kroop weg. Hoe meer hij opgewonden was, des te verder rolde hij dan. Als het een goede was werden er dan ook kleine karretjes aan gehangen met een stuk ijzerdraad over de verdunning. Nu werd overal gezocht naar nog bobijnen en bij de tanten werd er in alle laden geschoffiert op zoek naar grote tuiten, hoewel de kleine veel rapper bolden.
Als er dan toch een paar waren bij gekomen, werden dan ook koersen ingericht, en buiten het baantje dat licht bergop liep ,was een ideale racebaan.