Wat uitleg over spelletjes die vroeger gespeeld werden.
Tag: spelletjes
Spelletjes: Hoepelen
Een van de favoriete spelen was het hoepelen.
Met een lange dunne rechte tak werd er een ronde band gemaakt en die werd dan met een dun koordje goed vast geknoopt. Die lieten we eerst eens bergaf lopen en als het een goede was, die rechtdoor bolde, dan werd hij in gebruik genomen door de jongsten. Zo moesten er eerst meerdere gemaakt worden vooraleer wij eigenlijk en eindelijk konden spelen.
Dan was het van, wie het rapst tot aan het hekken kon. Bergaf ging dat zonder moeite, ge moest uwen band zelfs afremmen om te kunnen volgen. Maar bergop was het zwaarder, ge moest uwen band dan telkens vooruitslaan ,en zien dat hij in de goede richting bleef bollen, en niet omviel, want dan waart ge verloren. De langste benen wonnen gewoonlijk, maar af en toe lieten we eens een kleinen winnen, want anders gingen die binnen gaan zagen, dat ze niet mochten meedoen.
Volgend artikel: Fluitjes
Spelletjes: Fluitjes
Er werden verschillende takken van de grote struik afgebroken. Maar onhandig als we nog waren gebeurde het. Bij het afsnijden van een eindje hout, schoof het mes uit en… “Aai! “ , weerklonk het, en er verscheen een kleine druppel bloed aan mijn middenvinger. Rap dat eraf zuigen, maar weer was er een druppel en dan angstig naar binnen want het begon erg te pikken en roepen naar mama. Stil kwam ze tevoorschijn, zei niets maar ging met mij naar de klein keuken, onder het fameuze kastje hield ze halt . Ze opende het en nam het gevreesde bruine flesje met ‘teintuur d’jod’ eruit, drenkte een vodje erin en dopte dit dan op mijn middenvinger. Gekerm en geschreeuw en dansen van de prikkelende pijn, was het resultaat. Nog een keer afvegen en het bloeden scheen gestopt. Een stukske verbanddoekje met een beetje zalf kwam op de miniwond terecht, daarover legde ze een doekje, en wond er verschillende keren mijn ongelukkige vinger in. Het eind scheurde ze in twee en knoopte, die eindjes dan samen rond mijn hand.
Een kusje genas, en verloste mij van de pijn. D’ anderen waren mee komen kijken en becommentarieerden het gebeuren. Nadien hebben we eerst niet meer voortgedaan, maar ’s anderdaags konden we ons niet meer houden, en hebben dan met papa’s hulp toch ons fluitje gemaakt.
Spelletjes: Meikevers
In den uitkomen kwamen, na een moment van enige warme dagen, de meikevers te voorschijn. Dan zat elke jongen met een stekskens doosje in zijn broekzak. Er waren er van alle soorten, mulders en melkboeren, naargelang ze min of meer grijs waren. We hebben vele keren ’s morgens vroeg op tocht geweest om ‘preekheren” te vangen. Speciaal aan de hagen of aan de lindebomen waren ze te vangen en ge moest dan rap zijn want eens de zon op, was het voorbij. Het viel ook voor dat we er ’s avonds vingen. Als het donker was, en het licht brandde kwamen die op het licht af en vlogen ze tegen de ruiten en dan moest ge maar het raam openen om hem op te rapen want ze waren een beetje versuft. Papa heeft er zo veel voor ons gevangen.
Hem vast grabbelen en dan in een leeg stekskens doosken steken en dat in de warmen broekzak. Er werd een paar blaadjes bijgestoken voor zijn eten.
Menige huisvrouw heeft toen vruchteloos naar haar naaigaren gezocht, want het hoorde nu bij het speelgoed. Met een knoop werd het garen aan één van de achterpoten geknoopt en dan werd hij op de rug van de hand gezet en zie eensklaps gingen de schelpachtige vleugels open en hoep hij was de lucht in. Diegene die het langst in de lucht bleef was winnaar.
Spelletjes: Balspel
De bal in onzen tijd was meestal van mousse, zeer sterk, en ging alleen kapot doordat den hond er soms mee speelde en die dan met zijn tanden brokken uittrok. Maar ook dan nog werd er voetbal mee gespeeld. De goal was meestal een paar perelaars die op een paar meter vaneen stonden. Alles ging goed tot er een doelpunt gemaakt werd en dan was er normaal ruzie. Met veel kabaal werd er toen gelijk gezocht bij mama of papa met het simpele gevolg dat de bal op de kast werd gelegd en het spelleken uit was. Om dan een afleiding te hebben moest er dan iets naar den winkel gehaald worden en na de terugkeer was alles vergeten .
Spelletjes: Marbels
In de plaats van glazen marbels hadden we ook de ‘boeleketten’ dat waren witte gebakken stenen bollen van zo ‘n twee centimeter dik. Maar dat was dan meer voor de groteren. Er werd eerst een klein bolleken ge-gooid en dan moest men zijn boeleket zo dicht mogelijk erbij gooien.
Elk had minstens twee boeleketten. Maar men mocht ook deze van den anderen weg ketsen en daar ging soms geweld mee te pas. Afmeten van de dichtstbijzijnde ging soms met een schoenmaat of twee in de lengte of in de breedte, of met een koordeken. De dichtste had gewonnen
Er werd daar zeer hard mee gegooid en ‘amai’ dat venster dat in de weg stond.
Spelletjes: Koordje springen
Een spelleken dat uit de meisjesschool werd meegebracht was het koordje springen. Maar dat had bij ons jongens minder bijval.
Spelletjes: den top
Met een wipje kondt ge uwen dop op uw handpalm laten draaien.
Onderlinge rivaliteit dreef de vaardigheid ten top. Met een speciale punt werd er soms een krijgerspel gespeeld en moest men den anderen zijnen kapot kappen, terwijl hij aan ’t draaien was, wat soms ook lukte. Tranen als gevolg. Specialisten hadden daarvoor een speciale punt die scherp eindigde.
Maar meestal ging het er vriendschappelijk aan toe en mochten de ruziemakers niet meedoen.
Spelletjes: schoolken spelen
Met Robert en Liesken van Mon de koster van den Oudenberg mochten we soms samenspelen, en dan werd nogal eens schoolken gespeeld. En omdat Robert den oudsten was, speelde hij dan natuurlijk ook de meester. Maar veel hebben we er
Spelletjes: kasjkasj
Als ge nu op die punt met uwen stok slaat, springt deze omhoog .
En als ge handig waart kondt ge er een lap op geven dat hij meters ver wegvloog. De kunst was nu zo ver mogelijk te komen, ofwel een zeker doel te treffen. Er waren ook verschillende varianten. De afstand naar het doel dan werd afgemeten met de stok van een speler.