De papieren bootjes dat was dan weer iets voor buiten in de zomer, als het warm was, en mama een bassin met water buiten had gezet. Maar de papieren bootjes gingen allemaal rap onder.
Er werden dan maar houten bootjes gemaakt en alles van rond of nabij op een bootje leek was goed. We hebben er zelfs gemaakt met een mast en met een papieren zeil en dan was het van blazen, tot we de anderen kant van den bassin bereikt hadden. Omdat het altijd omviel hebben we dan een tegengewicht gemaakt van een nagel uit papa zijn werkbak. Met veel, van die zelfgemaakte spelletjes, deden we ervaring op voor het latere leven. We leerden nadenken en zoeken. De ondervinding is de beste leerschool, is een oeroude spreuk.