VAANDELTOP
Vaandeltop ontworpen en uitgevoerd door Jan De Cooman.
OPDRACHT
De toenmalige voorzitter van de Kaats Maatschappij ” Balle Pelotte ” van Geraardsbergen Gaston Flameé, schoonbroer van Jan De Cooman, vroeg hem om een ontwerp te maken voor het versieren van de vaandelstok.
ONTWERP
Jan had al snel een symbolische oplossing.
Kaatsen wordt gedaan met de hand en met een bal (een kaatsbal) in de hand. Het wordt dus een kaatsbal gehouden tussen de wijsvinger en de duim.
UITVOERING
Jan bedacht zijn eigen hand als model te gebruiken en maakte er een afgietsel van.
Hij ging als volgt te werk: Een klein emmertje met een diameter van zowat 20 cm moest dienst doen als vormkast.
Gips wordt aangewend als vormmateriaal.De binnenkant van het emmertje wordt goed ingesmeerd met olie om het aankleven van het gips te verhinderen. Om de ringen in de bovenkant van de emmer te maskeren legt hij een kartonnen strip op die plaats.
Een eerste plankje A van zowat 10 cm breed en 25 cm lang met in het midden aan de bovenkant een uitsparing waar de pols in past. Links en rechts aan bovenkant en onderkant vooraan een nagel.Een tweede plankje B net als het eerste maar zonder uitsparing en de nagels zitten aan de achterzijde.Met eindjes touw worden de plankjes, het eerste A boven en het tweede B onder aan het emmertje bevestigd.De uitsparing in plankje A zit ongeveer in het midden van de emmeropening.
Een touwtje gaat van plankje A van nagel linksboven naar plankje B links boven en van links onder naar links boven aan plankje A en met een stropje gesloten. Gelijkaardig aan de rechterzijde van de plankjes. Door de twee plankjes B onderaan en A bovenaan de emmer evenwijdig te bevestigen kan de emmer nu horizontaal gelegd worden en zal hij niet meer wegrollen. De stropjes moeten toelaten om snel en met één hand alles los te maken.
Een hoeveelheid goed vloeibaar gips wordt aangemaakt, voldoende om de halve liggende emmer te vullen. Het gips wordt in de emmer gegoten en deze wordt horizontaal geplaatst op de twee plankjes rustend.
Jan stroopt de mouwen op en smeert zijn rechter hand en voorarm in met olie evenals een kaatsbal. Hij neemt nu de kaatsbal tussen wijsvinger en duim en krult lichtjes de andere vingers net zoals hij een bal zou vasthouden. Nu drukt hij zijn hand met de kaatsbal, palm omhoog, in de nog smeuïge gipsmassa. De hand mag in de gipsmassa niet bewegen en dan geduldig wachten tot het gips gepakt heeft. Als het gips al een zekere vastheid heeft aangenomen dan kan met de linkerhand en een bot mes de overtollige gips in de palm worden weggeschraapt zodat de hand gelicht kan worden. Voorzichtig wordt de hand uit de gipsblok getrokken en hier en daar nog wat gips weggeschraapt.Het eerste deel van de gietvorm is klaar. Zorgvuldig wordt de vorm bijgewerkt.Op de vlakke kant worden een drietal kegelvormige putjes gemaakt van 2 cm diameter en diepte. Deze moeten dienen om het tweede deel van de gietvorm nauwkeurig te kunnen plaatsen na afvormen van deel twee van de hand. De vlakke zijde van het eerste vormdeel wordt goed ingewreven met olie.Het eerste vormdeel wordt terug in het emmertje geplaatst. Een nieuwe hoeveelheid vloeiend gips wordt aangemaakt. Jan smeert zijn hand en voorarm terug in met olie.
Hij legt zijn hand terug in het reeds gevormde deel maar nu zonder bal en giet nu het aangemaakte gips in het rechtopstaand emmertje. Dan geduldig en onbeweeglijk wachten tot het gips goed gehard is. De tweede helft van de gietvorm is nu gegoten. Voorzichtig wordt de hele massa uit het emmertje gehaald. Vol verwachting wordt uitgekeken naar het resultaat. Met een beetje kracht worden de twee helften van elkaar gescheiden. Oef, de hand is vrij en het resultaat meer dan bevredigend. De tweede helft van de gietvorm wordt zorgvuldig nagezien en waar nodig bijgewerkt.
De twee helften worden nu bij de kachel gedurende enkele dagen uitgedroogd.Ondertussen heeft Jan alle lege verftubes – een tinlegering – verzameld en in een ijzeren pot gesmolten bij middel van een gasbrander. De nu goed uitgedroogde gietvormdelen worden nu samen gevoegd in de exacte positie door de drie kegelvormige putjes en kegeltjes, en met een stuk ijzerdraad samengehouden. Dit wordt met de opening naar boven gericht in een zandbak opgesteld.Nu wordt het vooraf al gezuiverde tin terug gesmolten en in de opening gegoten. De vorm wordt wat geschud om alle holten te vullen. En nu geduldig afwachten tot de tinmassa afgekoeld is. De ijzerdraden verwijderen en nu met gespannen afwachting de twee helften scheiden.
IS HET GELUKT ??? Jaaaa, uit die klomp gips komt een hand te voorschijn in zilverkleurig tin: ‘ T IS GELUKT ‘ !!!
Wat een voldoening, wat een genoegen. Verwachting ingelost.
Nu begint het fijne werk: de onvolmaaktheden wegwerken door opsolderen van tin, door vijlen en schaven. Uiteindelijk kan de tinnen hand hooggepolijst worden bij middel van een polijststaal.Nu deze behandelingen achter de rug zijn gaat Jan met de tinnen hand bij zijn vriend Julien Van Daele, industrieël met atelier in de Karmelietenstraat. Julien heeft daar een atelier waar metalen bedden en tafels voor zieken-huizen gemaakt worden.
De tinnen hand wordt nu eerst grondig ontvet en van alle losse deeltjes ontdaan en grondig gespoeld met zuiver water. De tinnen hand wordt nu in een chemische oplossing gebracht om er een laagje zuiver koper te laten op neerslaan door middel van een electrische stroom. Na grondig onderzoek werd bevestigd dat de voorbereidingen zeer goed waren want er werd geen fout opgemerkt.
Na een goede spoelbeurt wordt de verkoperde tinnen hand in een ander bad gedompeld met nikkelzouten. De koperlaag wordt nu bedekt door een dik laagje nikkel, waardoor het oppervlak beter bestand wordt tegen de invloeden van het weer. De tinnen hand met een laagje koper en daarop een dik laagje nikkel wordt grondig gespoeld en gedroogd. Door het geheel zachtjes op te warmen tot de smelttemperatuur van het tin kan het tin uit deze metalen vorm vloeien. Op deze wijze bekomt men een zeer licht voorwerp, sterk en weersbestendig.
Er komt nog een bevestiging, onderaan de hand, voor op de vaandelstok
Het leder van een kaatsbal bestaat uit 2 delen in de vorm van een cijfer acht. De twee vormen passen in elkaar om een bolvorm te maken.
Deze delen worden aaneen genaaid en vóór alles dicht is wordt het geheel opgevuld met een hard vulsel. Jan nam twee dunne messingplaatjes tekende er de achtvorm op, zorgvuldig uitsnijden en voorzichtig licht hamerend de onderscheiden delen op een biljardballetje bolkloppen. Met geduld de twee delen steeds aan mekaar passend alles met de vijl bewerken tot de twee helften in mekaar passen om alzo een bol te vormen.
Is dit beeindigd dan de twee delen aaneen solderen met tin. Het metalen balletje blank opschuren en het is klaar voor het vernikkelen. Met een stukje nikkeldraad wordt het vernikkelde balletje tussen de wijsvinger en de duim van het nikkelhand opgehangen.
Ziezo, dat is het verhaal van de hand met kaatsbal die jarenlang prijkte aan de top van de vaandelstok van de Kaatsmaatschappij “Balle Pelotte” van Geraardsbergen.
Ik, Lieven De Cooman, 4e zoon van Jan, en schrijver van dit verhaal, heb het genoegen gehad het ontstaan van dit kunstig voorwerp te hebben meegemaakt.
Deze en nog andere verwezenlijkingen van mijn vader hebben mij in mijn later leven zeker geholpen om bepaalde problemen op te.lossen. Het oefenen van geduld, het zoeken naar de oplossing in het kader van de ter beschikking staande mogelijkheden,de creativiteit, de kennis van de materialen, enz. zijn gaven die daardoor ontwikkeld werden.
Ik ben vereerd deze herinneringen nog te kunnen vastleggen voor onze nakomelingen.
Zandbergen 21 december 2010