Omdat de etser al dan niet de geestelijke schepper en de stoffelijke uitvoerder kan zijn, dringt zich, bij het zien van etsen, een onderscheid op:
– Wanneer de etser uit zijn persoonlijk creatief vermogen, zijn verbeelding en zijn gevoelens, dus uit zichzelf, de bouwstof ophaalt voor de artistieke ets, is hij de schepper en wordt “oorspronkelijk” genoemd.
– Wanneer hij zich beperkt tot een vakkundig reproduceren van schilderwerk of ander grafisch werk van een ander kunstenaar, dan is hij gebonden aan waarachtig weergeven van inhoud en karakter en wordt hij slechts reproducent – de ets zelf een reproductie.
Jan De Cooman heeft zich én als scheppend kunstenaar én als reproducent tot een etser van betekenis ontpopt.
De etsen van Jan De Cooman zijn wijd en zijd bekend. Hij behaalde talrijke prijzen en kort voor zijn overlijden werd hij nog bekroond met een eerste prijs op de Internationale Tentoonstelling van Milaan. Over zijn etsen spreekt de kunstenaar als over zijn kinderen: met innerlijk welbehagen en met een onweerhouden gevoel van trots en liefde. Hij verklaarde ons: “Ik houd ongelooflijk veel van etsen, veel meer dan van schilderen. De ets is voor de plastische kunst wat het orgel is voor de muziek: het product van de volkomenheid. De ets haalt een zuiverheid en volheid, welke door geen ander procédé noch door het zuiver schilderen, noch door het zuiver tekenen, kan worden achterhaald.”
Jan De Cooman gaf aan zijn voorstellingen een uitgesproken “Biedermeierkarakter”, het cachet van ongerept natuurgevoel en van stemmingsrealisme. Hij verdiept zich niet in de natuur, maar hij leefde in haar, hij tastte haar met al zijn zintuigen, hij verwijlde met haar in droom en innigheid en kinderlijk verwonderd, obstinaat-geduldig voor preciesheid, schreef hij de voor zijn ogen openbloeiende schoonheid af.
De techniek van de kunstenaar wijkt geen duimbreed af van de principes van de Oude Meesters: de schoonheid te beschouwen als een levende verstrengeling van ideaal en realiteit en de nauwkeurige tekening als enig uitdrukkingsmiddel te aanvaarden om het wezen van de dingen te bepalen en tot werkelijkheid om te zetten. De lijn vervalt bij Jan De Cooman nooit tot esthetisch gefladder en geestelijke verzonkenheid, nooit wordt ze voortbewogen door een mystisch verzuchten, nooit wordt zij een kritisch element, nooit ook wordt ze grotesk of sarcastisch, altijd blijft ze ernstig en gemeenzaam en zelfs academisch, doch niet in de zin van dorre ongevoeligheid, maar in de betekenis van een monumentale, rustige en grootse uitdrukkingskracht.
Ontegensprekelijk maken de lijnvaardigheid en de grafische verstandelijkheid de ruggengraat uit van de kunst van Jan De Cooman.
Overgenomen uit “Jan De Cooman en zijn werk” van Gaston De Knibber.
Meer uitleg over de verschillende soorten etsen en hoe ze gemaakt worden staat in het artikel: etstechnieken.
-
Etsenreeksen “Mooi Geeraardsbergen” en “Pitoresk Geeraardsbergen”
-
Etsenreeks van de Abdij van Averbode
-
Reproductieve etsen van schilderijen van Valerius De Saedeleer