Auto

Papa heeft het altijd goed gedaan met dokter Van der Schueren. Deze had als één van de eersten een auto in de stad. Maar op een keer zei hij tegen papa : -“ Wel , Jan,  moet ge nen auto hebben, de mijnen wordt te klein voor mijn huishouden, en zijn huishouden waren  allemaal meiskens. De koop werd besloten en zo geraakte papa aan zijn eersten auto. Citroen 1924Het was een Citroën model 1924, een vier cilinder, decapotable. Hij zoop nafta,  maar die was in die tijd nog goedkoop.
Hij had, geloof ik, al een demareur, wat een groot voordeel was . Hij reed nog goed en kon zelfs 70 km/u halen,  maar als ge op de kassei reedt,  moest ge uw oren stoppen van het lawaai. De eerste rit, die we daarmee gemaakt hebben, was naar Zandbergen.
Het was in de tijd dat de appels rijp waren, zo  had hij dan ook een paar zakken meegenomen. Hij kende de weg zeer goed, want hij deed hem veel met zijnen moto. Maar toen hij in Grimminge op de baan naast het kasteel reed,  is hij op een moment gestopt, en is uitgestapt om te kijken of er soms geen band slap was. Maar nee er ontbrak niets. Hij is dan maar verder gereden. Ze stond in ons geheugen als de slechtste baan gekenmerkt.

Het vuurtje in de auto

Papa heeft veel genieten gehad van dat karreken. Hij had een klein schildersezelken gemaakt en de linkervoorzetel eruit genomen en daar kon hij,  van achter dan, zijn schilderijen maken.  Later heeft hij er zelfs een klein vuurtje in gezet. Dat was aangenamer in de winter, want toen was er nog geen verwarming in de auto’s.
Over een naftevuurtje had hij een systeem gezet, dat alle warmte recupereerde en met een ijzeren schouwke door het dak de vuile lucht afvoerde. Als hij dan op den buiten aan het schilderen was, kwamen de boerkens en de kinderen kijken, naar die schilder vanonder den Oudenberg, met een stoofken in zijnen auto.  Maar hij heeft daardoor veel prachtige winterlandschappen kunnen maken in een warme, zij het maar kleine, werkruimte.