Pianostemmer

Tegen ons eerste Communie werd alles in orde gebracht om er een gezellig feest van te maken. Hoewel we reeds van heel vroeg een piano hadden, speelde mama of papa daar maar zelden eens een aireken op. Maar omdat hij zo vals speelde als een kat werd dan maar uitgezien naar iemand, om hem een beetje juister te stemmen.
Blinde pianostemmerMon, de koster, had daarvan gehoord, en omdat er juist in dien tijd een blinde pianostemmer in de school bezig was met alle voorhanden piano’s eens wat juister te stemmen, deed hij dan ook de vraag om eens te komen kijken.
De piano stond nog in de veranda en zou later misschien naar den atelier van papa verhuisd zijn, maar hij was te zwaar en daarbij, hij speelde veel te vals. Dus is hij daar gebleven.
De witharige oudere man, met een groten zwarten bril, ging een beetje gebukt en overtastte de straat met zijn witte stok. Langzaam ging hij verder,en kwam de Oudenbergstraat op.
Margriet van de koster, was juist bij den beenhouder, als ze de man zag met zijn witte stok zwaaiend de straat opkomen, ze hield hem tegen en vroeg waar hij naartoe moest. Hij moest een beetje wachten en den beenhouder bediende haar dan het eerst. Met haar pakje in haar kabas onder haar arm, gaf ze met de ander hand hem begeleiding. Wat ze daar allemaal tegeneen gebabbeld hebben weet geen ziel, maar ze hadden nog veel plezier, toen ze aan het hekken belden. Ze werden binnengelaten en spontaan verzeilden ze in de keuken, want mama moest het eten klaarmaken. Omdat het tegen de noen liep stelde mama voor eerst een teloor soep te eten.
De vriendelijke oude man, moe van den bergop te komen, haalde een paar keer diep adem, en stemde toe en nam plaats in de keuken. Mama bediende hem eerst. Hij zette zijn witte stok naast zijn stoel, en schoof voorzichtig aan tafel. Hij taste links en rechts van hem naar de lepel, en schepte dan voorzichtig van de warme soep, schep voor schep herhaalde hij dezelfde bewegingen. Als er niet veel meer in zijn lepel was, hield hij ook zoals wij zijn bord een beetje schuin.
En wij maar kijken en zwijgen.
Als de patatten en de rest op tafel verschenen, sprak hij lof uit over de aangename geur die eruit opsteeg, iets wat wij niet eens meer beseften. Mama heeft zijn vlees gesneden, omdat dat te moeilijk was voor hem. Na een potje crème, begeleidde mama hem naar de zetel. Hij moest van haar eerst een middagdutje doen, terwijl we samen den afwas deden in de grote keuken. Werkelijk, enkele momenten later was hij verkocht. Mama liet hem gerust, maar een kwartiertje later liet hij van zich horen, want hij moest nog zijn werk doen.

Piano stemmen

In de veranda stond het zwarte slachtoffer te wachten. Toen hij zijn hand op het klavier legde, en een toets indrukte kromp hij ineen. Hoe is het mogelijk, dat daar zo een afschuwelijke klank kan uitkomen. Met een beetje moeite werd het meubelstuk vooruitgeschoven. Het deksel werd leeggemaakt van alle rommel die erop lag, en door aan de twee ‘warrelkens’ aan den binnenkant, te draaien had hij het voorpaneel in zijn handen. Hij zette het op den kant en voelde aan het raam waar vele staaldraden over gespannen waren : “Ja, dat had ik al gehoord”, zei hij, “weer één met een houten chassis. Die moet men altijd opnieuw stemmen en na een paar maand is het weer te herbeginnen, en dat komt door de vochtigheid ”.
Maar voor ons niet muzikaal gehoor was het allemaal muziek, wat eruit kwam. Hij haalde een sleutel uit zijn vestzak en begon aan de vijzen aan de rand van het chassis te draaien, onderwijl tokkelde hij soms eens op een toets, en er kwam een klank uit. “ Pioeng”. Nog een beetje draaien, “ Piang”, en ja, toen hoorden we ook het verschil. Zo ging hij draad voor draad en vijs voor vijs rond. Op het eind ging hij op het pianostoeltje eens recht zitten en streelde enkele noten. Het verschil tegen vroeger was groot. Nu kwam er aangename muziek uit. Hij justeerde nog een paar noten. Eindelijk nam hij het voorpaneel op en zette het op zijn plaats, sloot de warrelkens en schoof het zware meubel op zijn plaats. Dan zette hij zich fier op zijn stoeltje, en speelde zijn lievelingsstuk. Het was een hemelse melodie die alle harten veroverde.

Braille

Hij vertelde dat hij blind geboren werd, en dat hij nooit het geluk heeft gehad zijn moeder eens te mogen zien. We zagen dat mama een zakdoek uit haar zak nam.
Als blinde werd hij van jongsaf opgevoed in een speciale broederkensschool. Dat hij nooit met de marbels heeft gespeeld konden we niet goed vatten.
Hij kon wel lezen, maar niet ons gewoon schrift, er bestond een speciaal soort van boeken. Hij had zo eentje bij in ‘Brailleschrift’. En fier toonde hij het ons. Het waren allemaal bobbelkens op een rij en hij wreef daarover met zijn wijsvinger en vertelde wat er op stond, en het klopte, want het stond eronder in gewone letters.
Omdat hij zo een goed gehoor had, heeft de broeder in het klooster hem geleerd om piano’s te stemmen, zodat hij later zijn boterham zou kunnen verdienen. Hij was nu al te oud om nog een begeleiderhond te krijgen, maar met zijn witte stok kon hij wel goed zijn plan trekken. En in het klooster, waar hij zijn dagen sleet, deed hij alle kerkdiensten op het orgel. Hij moest maar één keer een melodieken horen of hij kon het naspelen.
Nu logeerde hij een paar dagen bij de paters in ’t Karmelieten, en heeft hij er alle piano’s afgestemd. Maar het orgel daar is hij afgebleven, want die verschilden allemaal van uitvoering. En het was te gevaarlijk voor hem. Hij is nog een boterham blijven eten, terwijl we hem met vragen overrompelden. Mama zat er stilletjes bij en dankte de Heer, dat Hij haar allemaal gezonde en gave kinderen had gegeven.
Papa, die den helen dag weg was geweest, kwam rond den vieren thuis, en ze babbelden wat over drinken en wijnen. En hij liet er hem een paar glaasjes van zijn zelfgemaakte flierenwijn drinken. Hij scheen een kenner te zijn, en hij spoelde met zijn eerste slokje zijn mond, en draaide met zijn glas en rook naar de fijnste geuren. Dat had hij zeker in ’t klooster geleerd. Maar hij kon dezen drank niet thuisbrengen, tot papa hem alles uiteendeed.
Papa heeft hem dan ’s avonds naar de paters gevoerd. Hij bloosde wel een beetje. Die sukkelaar had een goeden dag meegemaakt.
Den helen avond hebben we dan als blinde rondgelopen, met een band voor ons ogen, totdat er enen een dikke buil had gekregen met op de deur te lopen. ’t Was gedaan met blinde te spelen.