Voorwoord “De Evolutie”

In de boekenreeks “De Evolutie” vertelt Emiel De Cooman uit Appelterre over hoe het vroeger was. Deze site bevat een aantal artikelen uit het eerste deel van de reeks “Onze jeugd” en het tweede deel “Onze woning”.

  • Een dag” verhaalt een dag uit de jeugdjaren van Em. De Cooman (Geraardsbergen, 1925).
  • Spelletjes” geeft uitleg over de spelletjes die vroeger gespeeld werden.
  • Enkele details” geeft enkele toelichtingen over het hoe en waarom en een betere beschrijving van de levensomstandigheden.
  • Kuisen” vertelt hoe er vroeger gepoetst werd, en “Wassen” over de was en de strijk.
  • “Voedsel bewaren”: over de verschillende methodes die men vroeger gebruikte.
  • De Feestdagen: Pasen, Kerstdag, Nieuwjaaravond, Nieuwjaar, Tweede nieuwjaar, verjaardag, Plechtige Communie
  • ‘t Stad“:Op weg naar school; de beestenmarkt; naar het college; de marktdag; de passerelle.
  • Beroepen“: vertelt over 39 beroepen die Em. De Cooman zich nog goed herinnert uit zijn jeugd.

Mama

Na de geboorte van ons Tuurken, was er een pauze in de uitbreiding van het gezin. De ontplooiing van het werk van mijn papa was voltooid,  en nu,  eindelijk,  konden de vruchten geplukt worden. Er werd een andere auto gekocht,  waar een speciale carrosserie werd opgebouwd, die voldeed aan de vereiste om als rijdend atelier te dienen.
Tot er een tijd kwam, dat we af en toe een verpleegster op het erf zagen verschijnen. Mama kondigde ons dan met een blij gezicht, de op komst zijnde geboorte aan van een broertje of, wie weet, een zusje aan.
Het was voor haar een moeilijke periode en meermaals hebben we haar betrapt, dat ze moe was, iets wat voordien nooit gebeurd was. Het was een zware periode, waar het volle gewicht van het grote gezin op haar schouders drukte.
Rond het Paasverlof  werd het druk bij ons. De tanten kwamen veel over de vloer en ontlastten zoveel ze konden het werk van hun lieveling. Immer heb ik hen altijd horen spreken van ‘ons Klara’ ,  de anderen was  gewoon Gaston of Albert.
De rieten wieg stond reeds weken klaar in de slaapkamer. Wachtend op?
Op een dag stond tante Linneken aan ons bed, om ons wakker te maken en hoorden we in den achtergrond het zwakke gekrijs van een baby.
“ ’t Is weer een jongen “ zeiden  ze mistroostig. Pol die reeds aangesproken werd, mocht peter worden.
Alles verliep normaal, “te rustig” zou men zeggen.

Bij  bompapa van Geraardsbergen,  waren ze met vier kinderen. Alleen bompapa was gehuwd.  Toen plots een van zijn oudere zusters het in haar kop stak om met een Hollander te trouwen  en ze reeds kort nadien een kind hadden, trokken ze naar zijn heimat in Holland. De families vervreemdden volledig van elkaar. Alleen mijn mama had nog enige relaties met hen, omdat Artuur ongeveer haar ouderdom had. Na jaren wou hij de familie en vooral mijn mama eens terug zien. In hun briefwisseling werden dan ook datums genoteerd.  Toeval wou, dat die vielen rond de periode dat onzen Leo geboren is. Mama was reeds goed hersteld van de bevalling maar was toch nog zwak en verbleef nog op haar slaapkamer. Toen ze samen met papa het bezoek verwachtten, wou ze nog vlug een mooier zijden slaapkleed aantrekken. Het was toch nog maar mei.
Gewoonte getrouw, gingen we elken avond in de meimaand, een weesgegroetje doen in de kapel.

Het bezoek kwam, en mama wou misschien meer doen dan wat ze kon, en bleef te lang op uit haar warme bed. Toen Artuur weg was, overvielen haar koude rillingen, en kon zich niet verwarmen. ‘s Avonds begon het met een kuchje, dit verergerde. Nonkel Gaston, die toen reeds jaren geneesheer was, werd er bijgeroepen. Hij onderzocht haar. En zwijgzaam als hij was, zei hij droog tegen papa –“ ik zou er eens een andere dokter bij halen.” Dokter De Bruyn uit de Wijngaardstraat kwam onmiddellijk, en samen hebben ze dan staan beraadslagen op de gang naast de slaapkamer. Ze haalden er papa bij met de boodschap :” Een pneumonie,  ’t is gelukkig maar aan een long. “ – Nonkel Gaston is die dag nog eens geweest.
Bij ons bezoek aan de kapel, werden onze gebeden reeds noodkreten,   -“Toe Lieve Vrouwke help haar, ze is toch ons mama.”
‘s Anderdaags vroeg keek nonkel Gaston  zeer bezorgd en papa zag er maar bleekskens uit.
Hij belde beneden naar zijn collega de Bruyn, ook die kwam direct en het verdikt luidde:-“  Dubbel pneumonie!  Ernstig,  zeer ernstig. Laat ons hopen en bidden dat het niet erger wordt.”  Alle medicamenten waar ze toen over beschikten werden uitgetest,  geen resultaat.

Bidden hebben we gedaan , lezen en de relieken gekust, maar hopeloos, het verslechterde.
Elken dag kwamen de twee dokters en telkens werden ze allen bleker, als ze hun bevindingen aan papa bekend maakten.
Machinaal gingen we naar school,  de geesten waren verstomd, geen enkel les kon ons nog interesseren.  Onze gedachten waren thuis bij mama.
Bij het thuiskomen voor het middagmaal was alles stil, geen uitbundig kindergejoel. We vlogen stil naar boven en zachtjes tikkend op de deur slopen we binnen en angstig keken we naar dat grote bed. Als mama lag te slapen deden we voorzichtig alles weer dicht tot we dan binnen hoorden stamelen “Ja, ik ben wakker”. En dan verscheen voor het eerst een schijn van een glimlach op ons gelaat. God, ze is er nog, ons mama. En vluchtig keken we naar de wieg waar het tengere wezentje rustig lag te slapen.
We gingen als schapen naar het college, deden wat we moesten, maar deden  niets dan bidden, en hopen op een mirakel. God waarom wij ? Waarom ons mama  ?

Het ergst wat een moeder kan tegenkomen is, dat haar kind van haar wordt weggenomen, omdat zij er niet meer kan voor zorgen. Bij tante Marie is het schaapken dan gekweekt.

Haar edele gelaat zag altijd maar vals rood. Ze haalde telkens moeilijker en moeilijker haar adem. Lieve Vrouwke, help haar toch. Terug naar beneden en vlug  de lange trappen op naar de kapel om onze smeekbeden te herhalen:- “Lieve vrouwke, help mijn mama ! “ , en dan volgde het gestamel van een  weesgegroetje, help haar …
De ogen werden troebel en de lippen trilden, ik beefde op mijn benen, hemel, ik moest mij neerzetten op een kerkstoeltje. Haalde mijn zakdoek uit, en weggedoken veegde ik mijn tranen weg. Ik ben de kapel uitgevlucht en naar huis gelopen, de trappen af,  biddend : -“ Help haar , help mijn mama.”

Toen we ’s avond na het eten, in stilte, de trappen opklommen naar boven, was alles stil. Voorzichtig klopten we op de deur en kwam papa open doen. Zijn betraande ogen en zijn bleek gelaat bedrukte ons,  we gingen aan de kant van  het grote bed staan, waar we vroeger met zoveel vreugde hadden in gedanst  en keken naar ons mama. Troebel verscheen haar gelaat door onze tranende ogen, en we moesten ons afwenden. We hebben haar dagelijks kruisken gekregen, met de woorden:- “God zegene u en beware u.”  Maar God moest dat nu niet doen, hij moest haar helpen, en Moederke Maria en al de heiligen uit den hemel samen.
Maar ’t hielp niets. Had ik dan nog niet genoeg gebeden ? Wat niet goed gedaan ? Alles spookte door mijn kop.  Mama, Lieve Vrouwke,  toe,  en dan volgden mijn ogen de richting van den hemel.
’t Waren donkere dagen, geen zon meer te zien, altijd maar grauw weer. ’t Was of alles met ons meeleefde.

Op een avond werden we allen samen rond haar bed geschaard. Papa rechts, met de drie oudsten, en tante Gusta en tante Marie links, met de anderen. Mama lag halfrecht gesteund door dikke witte kussens, die papa menig maal herschikte,  en keek ons diep aan met haar gloeiend gezicht. Happend naar een beetje lucht sprak ze duidelijk en kranig tot ons: “Mijn kinderen, gij zijt de oudsten, gij moet zorgen voor de kleineren,” – en dan naar de kleineren, zei ze –“ Blijf bij uwen papa, en zorg voor elkaar.” – Zacht werden we tot tegen haar gezicht geheven en dan volgde de kus. Haar gezicht gloeide van de koorts,  haar hete adem kwam stotend uit haar mond, zelfs haar ogen traanden. Ze heeft nog in onzen arm genepen en, glimlachend nog geknikt.  ’t Was het laatste beeld dat ik van haar heb.
We werden voorzichtig en geruisloos de kamer uit geleid, elk naar zijn bed. Geen woord nog werd gerept.
’t Was stil.
Akelig stil in huis.

In mijn bed heb ik liggen bidden, ineengetrokken, bescherming zoekend , en geen vindend.
Heer, Moederke Maria of Lieve Vrouwke van de Oudenberg, bid voor haar.
‘k Heb geweend dien nacht, gesnotterd,  en ‘k heb gevloekt, dat al die slechte mensen mochten blijven en zij, die voor ons een heilige was,   niet eens kon geholpen worden. Maar… ook de natuur eist haar deel …en eindelijk overmande de slaap ons tengere lichaam.

Toen tante ons de volgende morgen vroeg kwam wakker schudden,  zei ze: -“ Uw mama is …” en verder geraakte ze niet.  Ze viel met haar gezicht in onze dekens en heeft liggen wenen , als een kind.
Toen besefte ik:   Ik , ik had geen mama meer…
Dit was voor mij een ommekeer.
Ik,  ik had geen mama meer.
Mama ! en ik, ik weende weer…

Hier brak bruusk mijn jeugd…

Einde.

Voedsel bewaren

‘Profijtig zijn in het huishouden.’  Zo kort na den WO I was het normaal, dat de mensen het niet konden aanzien, dat er met het voedsel werd gespeeld en verspeeld.
Alles wat werd geoogst, moest op een rationele manier bewaard blijven.
Het steriliseren bestond toen nog niet, evenmin als het diepvriezen. Er waren toch verschillende manieren om groenten te bewaren zoals:

DVD “Jan Leeft!” is uit

cover van de DVD
cover van de DVD

Na de succesvolle opvoeringen van ‘Jan Leeft’ is aangekondigd dat wij een DVD uitbrengen met de gehele voorstelling. Bedoeling was om die in mei 2011 klaar te hebben. Enkele technische tegenslagen en onverwachte evenementen hebben voor heel wat vertraging gezorgd, maar nu is de DVD eindelijk uit de pers gerold.

Onze excuses aan de mensen die geduldig wachtten op de DVD.

De totale speelduur van deze DVD is 1u45min.

Verkoopprijs is 10 euro, te bestellen via deze site of bij de voorzitter en af te halen of op te sturen mits verzendingskosten.