Jan De Cooman heeft vier kruiswegen op zijn actief. Ze blijven bezienswaardige kunstgewrochten.
Eerst een vooral dient ervoor gewaarschuwd, dat zijn “kruiswegen” in geen geval het resultaat zijn van een ongebreidelde scheppingsdrang. Het zijn geen vrije scheppingen. Ze werden in opdracht geschilderd, waarbij de eis werd gesteld, de verschillende staties als de kleurige uitleg van het Evangelisch verhaal en als bevattelijke vertelling voor te dragen. Zo stond de schilder bij elk van de veertien staties voor de moeilijkheid, het onderwerp als een aangrijpende, levende gebeurtenis te verantwoorden.
De ambtelijke en artistieke dualiteit, het hybridische en het ongelijke, vallen in de Kruiswegen van Jan De Cooman op. Zo zien wij hoe in sommige staties de materialiteit, het declamatorisch gebaar overheersen en hoe dan weer in andere een zeer fijne geestelijke spanning wordt verkregen. Hoe in de ene het compositorisch vermogen slechts stielvaardigheid betekent en in de andere dan weer lijn en kleur op de adem van waarachtige bezieling worden voortbewogen.
Over de kruisweg van Jan De Cooman in zijn geboortedorp Zandbergen, schreef destijds de Vlaamse schrijver Jef Crick:
“De vranke vrije noot ontbreekt in deze kruisweg vrij geheel, en toch krijgt men hier geen indruk van stroefheid of houterigheid. Jan liet zich in het componeren van deze Kruisweg (die in een verbazend korte tijdsruimte werd afgewerkt), het meest inspireren door het pittoresk evangelisch verhaal van Z.E.H. Kan. Coppens. In deze Kruisweg zegeviert dan de traditie over heel de lijn, en er schemert ook theatrale pathos in het gebaar der figuranten en in de tragische kleur der luchten, hetgeen reeds ten dele te verdedigen is, als men verneemt dat dit werk bestemd is voor een Renaissancekerk. In deze Kruisweg steekt kruimige tekening (hetwelk reeds een niet kleine verdienste is), een flink volgehouden compositie en ook een te prijzen streven naar homogeniteit. De schilder heeft hier de technische moeilijkheden nergens willen ontduiken en hij voelde blijkbaar niet de drang naar eenvoudigheid omdat hij met zijn soepele borstelslag alles zo gemakkelijk en omslachtig uitdrukken kon. Een rijpere kunstvisie zal dan naderhand, als vanzelf, tot soberder uitbeelding nopen. Intussen is er in deze veertien doeken een respectabele dosis picturale gedegenheid, en o.m. de laatste drie, welke ons dan ook de gaafste lijken, zijn soliede brokken schilderwerk, waarin men zo duidelijk de vormvaste tekenaar herkent.”
Tien jaar na de veertien staties voor de kerk van Zandbergen, schilderde Jan De Cooman de Kruiswegen voor de kerken te Steenhuize en van Sint-Lievens-Esse, en enkele jaren nadien deze van het gesticht voor geesteszwakken te Eeklo.
- Virtuele wandeling langs:
- de Kruisweg van de kerk van Zandbergen (1927).
Kruisweg Zandbergen
- de Kruisweg van de kerk O.L.H.-Hemelvaart van Steenhuize (1935)
- de Kruisweg van de kerk Sint-Martinus van Sint-Lievens-Esse (1936)
- de Kruisweg in het gesticht voor geesteszwakken te Eeklo (1939)
- de Kruisweg van de kerk van Zandbergen (1927).